Sietske de Boer reist in 1979 voor het eerst naar Marokko als 25-jarige jonge Friezin en ontdekt daar het Rifgebergte en aanschouwt met haar eigen ogen de dorpjes waar de meeste Marokkanen uit Nederland hun wortels hebben. Ze komt aan in de centrale Rif, namelijk Al Hoceima. Ze wordt verliefd op de stad en na meer dan twintig jaar gaat ze zich daadwerkelijk in Al Hoceima vestigen. In Rabat was ze journaliste en de bekenden daar konden hun oren niet geloven toen ze in 2006 vertelde dat ze in de Rif gaat wonen. Ze maakt daar vrienden en verblijft er tot en met 2012. Ze ontdekt de lokale marabouts, onderzoekt de geschiedenis en leert veel over de lokale Imazighen. Ze gaat dieper in op de oprichting van de Rif republiek in 1923. Het boek vertelt het verhaal van de Rif, het verhaal van Moulay Mohand, de verstandhouding met de sultan in het verleden en het centrale gezag in Rabat in het heden.
	
	
	
RIFFIJNS GEDICHT VAN HAMID BOUSSEDRA: 'DE LEEUW'!
	
	
	
Jij,
	
o Moulay Mouhand,
	
de grootste van alle mannen.
	
O leeuw van
	
de levenden en
	
de doden.
	
Met een pientere geest
	
heb je de wereld onderwezen
	
welke weg te volgen,
	
op zoek naar het recht
	
dat is gestolen
	
en verloren is gegaan.
	
	
De rechtsen hebben van jou geleerd
	
evenals de linksen.
	
Je hebt Mao Zedong onderwezen
	
en Fidel Castro.
	
Che Guevara
	
en Ho Chi Minh kennen jou ook.
	
	
De moslims hebben van jou geleerd
	
zo ook de Europeanen.
	
Je bent de geschiedenis
	
door de grote deur ingegaan.
	
Er is literatuur over jou geschreven
	
in mooie bewoordingen.
	
De kunst heeft jou omringd
	
met een mooie blik.
	
De gedichten hebben je omhelsd
	
met de blijvende schoonheid van het leven.
	
Je verblijft in de harten
	
die van jou houden.
	
In het verleden
	
in het heden
	
Jij
	
bent de grote Moulay Mouhand.
	
	
Het gedicht is vertaald door Khalid Mourigh.