TWIZA PODCAST VI DEEL I en II, SAID BOUDDOUFT SPREEKT OVER ‘DE ROGUI JILALI ZARHOUNI ALIAS BOU HMARA EN OF BOUATAGYOUCHT

02 mrt 2021

In onze zesde aflevering spreekt Said Bouddouft over Jilali Ben Abdeslam Ben Idriss Elyoussoufi El Zarhouni. In volksmond beter bekend als Bou Hmara ofwel Boutagyoucht. Sommigen zeggen dat hij uit een Riffijnse familie komt die lang daarvoor naar het plaatsje Zarhoun was verhuisd. We gaan het hebben over zijn afkomst, zijn opkomst, zijn studie te Fes, zijn functies binnen de makhzen, zijn vertrek naar Algerije nadat hij werd vrijgelaten vanuit de gevangenis en zijn terugkeer naar Taza. Hij vestigde zich in 1901 bij de Ghiata stammen in de omgeving van Taza. Vanaf hier begon hij met het vestigen van een nieuw sultanaat. In 1902 vertelt hij aan de bewoners van Taza dat hij de oudste zoon Mhamed is van sultan Hassan I en zij erkennen hem als de nieuwe sultan. Hij verslaat in datzelfde jaar het leger van sultan Abdelaziz. In 1904 vertrekt hij naar Seloune en vanaf daar begint zijn carrière in de Oostelijke Rif tot 1908. De ontmaskering van Bou Hmara door Charif Mohamed Ameziane van de aith Boufriour stam in Zeghanghane en we sluiten af met de veldslag tegen de aith Waryagher.


Geboorte: 1862 of 1863 of 1868 in Zarhoun


Tussen de geboortedatum en 1894

  • Al-Quarawiyyine of Al-Karaouine: godsdienst, Arabische taal, sterrenkunde en algebra (wiskunde)

  • Militaire training: Topografie en techniek

  • Ambtenaar onder meer als secretaris van prins Omar (zoon van sultan Hassan I en zijn gevolmachtigde in Fes)


1894-1900: Gevangenis


1900-1901: Reis naar Algerije, vooral Telmcen

Eind 1901: Terug in Marokko

1902-1903: vestigen in Ghiata, starten van de opstand, diverse malen het leger van Marokko verslagen. De grootste veldslag vond plaats eind december 1902

1903-1904: vertrek richting Selouan, inname van de stad Ouajda en vervolgens Saidia en terug naar Selouan

1905-1906-1907 

Vestigingsplaats Selouan: Sluiten van overeenkomsten met mijnbedrijven (in podcast is berg Ouchan gezegd. Dit moet berg Iksane/Ouxan zijn) en diverse strafmissies uitgevoerd tegen de Riffijnse stammen.


1907-1908
: Belangrijke gebeurtenissen tasten de geloofwaardigheid van Bouhmara aan

  • De uitkomsten van de conferentie van Algeciras raakten bekend bij de Marokkaanse religieuze elite. Oelama (geleerden) van Fes keurden de heel conferentie af en begonnen in de moskeeën tegen de uitkomsten hiervan te preken.

  • In maart 1907 nam het Franse leger, onder de leiding van generaal Hubert Lyautey, Ouajda in samen met het gebied van de stammen Beni Yaznassen en Angad.

  • In mei van 1907 bombardeerde Frankrijk Casablanca en het Franse leger kwam aan land en bezette Chouia (Casa, Settat, Berchid e.o.).

  • De woede onder de Marokkaanse bevolking was erg groot. Er braken overal opstanden uit.


Bouhmara leek niet geïnteresseerd te zijn met wat er gaande was in het huidige Marokko en was vooral bezig met de handel. In het gebied van Qalïya verschenen Spaanse en Franse ingenieurs en arbeiders die aan het werk waren in de mijnen of bezig waren met de aanleg van de spoorwegen. Dit deden ze allemaal onder de bescherming van het leger van Bouhmara. Voor de stamleiders was dit het bewijs van de medeplichtigheid van Bouhmara aan Europese penetraties. Men was ervan overtuigd dat Bouhmara bezig was Marokko te verkopen.


1907: Brutale soldaten van Bouhmara worden aangepakt op de markt van Acht Bouayach

1908: leger van Bouhmara komt Acht Wayegher straffen (augustus/september). De missie was een groot mislukking. Het leger werd verslagen en sloeg op de vlucht en werd achternagezeten door veel mensen uit de Rif en hij werd in de Kasba van Selouan omsingeld.

December 1908: verlaat Bouhmara kasba Selouan en vlucht naar omgeving van Taza. In de podcast is gezegd dat omsingeling in Selouan is opgeheven omdat ramadan begon. Maar het moet zijn: omdat ramadan ten eind was en mensen naar huis gingen om Suikerfeest te vieren.

Januari-juli 1909: Bouhmara sloeg zijn kamp op in de verschillende plaatsen tussen Taza, Fes en Ouazzan.


12 augustus 1909: Hij gaat naar een nieuwe kamp in Acht Wayigher (Jbala en niet Rif). Het leger van Bouhmara, dat inmiddels geen steun meer kreeg van de stammen, werd verslagen. Een kleine deel sloeg op de vlucht, maar de meeste soldaten werden gevangengenomen of gedood. Vanaf dat moment kwamen dagelijks levende en dode militieleden van Bou Hmara in Fes aan waar ze werden tentoon gesteld aan “het volk”. Nog levende militieleden werden zwaar gestraft: zo werden hun hoofden, handen en benen afgehakt. Dit ging een paar dagen zo door. Afgehakte hoofden werden opgehangen bij Bab Almahrouk (Verbrande poort).


09-09-1909: Breaking news in Fes! De Algerijnse lieutenant Ben Sedira stuurde een bericht naar sultan Abdelhafid met de mededeling dat Bou Hmara was opgepakt. Bou Hmara had zijn heil gezocht bij Zawiya Moulay Omar in het grondgebied van de stam Messara (Mestra) ten oosten van Ouazzan. Daar werd hij opgepakt en naar Fes afgevoerd en gedood.


Bronnen (onder anderen)


Arabisch

Ahmed Ar-Rahouni Abou Äbbas, Ömdat Ar-Rawiyin fi tarikh Tetouan, deel 2

Abdelwahab Ben Mansour, Älam almaghrib El-Ärabi

Ben Zidane, Itihaf Aälam Annas, deel 1

David Montgomery Hart, Aith Waryagher,

Stam uit de Marokkaanse Rif, etnografische en historische studie. Vertaling van 2016.

Hassan El-Figuigui, Cherif Mohamed Ameziane

Martelaar van het nationale bewustzijn, 1908 – 1912, 2008.

Mohamed Er-Rayes, Getuigenissen over het verzet

In de periode van de leider Mohamed ben Abdelkrim El-Khattabi, 2011

Rachid Yachouti

Spanje en Rif en Cherif Mohamed Ameziane 1909 – 1912

Bijdrage aan de studie van de relatie van Marokko en Spanje in het begin van de 20ste eeuw, 2011.


Franse bronnen

J. Dresch, Le massif de Moulay Idriss, Maroc septentrional, Étude de géographie humaine

Annales de géographie Année 1930, nr 221

E. Aubin, Le Maroc d'Anjourd'hui, herdruk 2011

Louis Arnaud, Au temps des "mehallas"; ou, Le Maroc de 1860 à 1912



De Riffijnse humor van Taoufik uit Spanje (deel I): ‘De leeuw gaat trouwen!’

Er was eens een leeuw die zou gaan trouwen. Hij nodigde iedereen uit het oerwoud, behalve de reptielen. U kent ze wel de kruipdieren ofwel de gewervelde dieren zoals de schildpadden, de hagedissen etcetera. Opeens verscheen daar de krokodil op zijn mooist. Hij was helemaal opgedoft en zag de leeuw staan bij de voordeur. De krokodil had een prachtig pak aan en rook naar een heerlijke parfum. Hij liep naar de leeuw toe en die grauwde meteen ernstig naar hem. Hij weigerde hem de toegang tot het feest.
Hij zei: ‘Je kan maar beter teruggaan naar je huis krokodil. Ik heb geen reptielen uitgenodigd!’
De krokodil werd verdrietig en begon te snikken. ‘Meen je dat nou meneer de leeuw?’
Ah toe nou goede vriend!
‘Nee, geen sprake van’, sprak de leeuw ernstig. ‘Ga naar je huis!’
Wanhopig en verdrietig droop de krokodil weg richting huis. Onderweg ontmoette hij de ezel. De ezel zag de verdrietige krokodil en vroeg aan hem:
‘Wat is er met je aan de hand vriend?’ De krokodil vertelde hem het gehele verhaal over de leeuw die gaat trouwen en hoe hij zich hierop had verheugd. Hij had nieuwe kleren gekocht en zich helemaal opgedoft voor het feest van het jaar.
Toen ik bij zijn deur aankwam weigerde hij mij de toegang en vertelde me dat reptielen en ‘laag levende’ dieren niet welkom waren op zijn feest.
De ezel zei tegen de krokodil:
‘Wees niet bedroefd, spring maar op mijn rug!’ We gaan er samen naartoe.
De krokodil antwoordde:
‘Laat maar, straks word jij ook nog geweigerd en dat wil ik niet op mijn geweten hebben.’
‘Niets ervan’, zei de ezel. ‘Spring erop!’ Zogezegd, zo gedaan.
Ze kwamen bij de leeuw aan. De ezel feliciteerde de leeuw met zijn huwelijk. ‘Dank je wel mijn vriend’, zei de leeuw.
‘Ik vraag me wel af wat je daar op je rug hebt?’
‘Wat bedoel je? ‘Wat heb ik dan precies op mijn rug?’
‘Het is jouw grote feest mijn vriend! Ik heb me extra opgedoft hiervoor.’
‘Zie ik er niet geweldig uit?’ Ik zei: ‘Wat heb je daar op je rug? Antwoord mijn vraag!’
‘Mijn vriend de leeuw, is het tegenwoordig verboden om het nieuwste model ‘Lacoste’ te dragen!’


De Riffijnse humor van Taoufik uit Spanje (deel II):‘De leraar en de 3 koppen harira!’

Er was eens een leraar die onderwijs gaf in de Rif. Hij had de gewoonte om elke dag aan de leerlingen te vragen wat ze hadden gegeten. De laatste leerling antwoordde altijd met hetzelfde antwoord: ’Ik heb 3 koppen harira gegeten.’ En de volgende dag kwam weer hetzelfde ritueel. De leraar vraagt weer aan alle leerlingen wat ze de dag ervoor hebben gegeten. En het antwoord van de allerlaatste leerling was: ‘3 koppen harira!’
De leraar raakte geïrriteerd en zegt boos tegen de laatste leerling: ‘Owee, als je de volgende keer weer hetzelfde antwoord geeft dan zwaait er wat!’
De jongen ging terug naar huis en vertelde zijn vader wat de leraar hem had gezegd.
‘Papa, wat moet ik nou doen?’
‘En wat ga ik hem dan vertellen als ik weer op school ben?’
Vader antwoordde: ‘Dit keer ga je hem vertellen dat je kip hebt gegeten.’
Zogezegd, zo gedaan dus. In de klas stelt de leraar opnieuw de vraag aan alle leerlingen. Bij de laatste leerling vraagt hij opnieuw: ‘Wat heb jij gegeten?’
‘Ik heb kip gegeten.’ De leraar vraagt vervolgens: ‘Hoeveel kippen heb je gegeten dan?’
De leerling antwoordt: ‘Ik heb 3 koppen kip gegeten!’


De podcast is te beluisteren via:
- Soundcloud
- Spotify
- ITunes
- Google Podcasts